webdesign

  |  

Reactieformulier

  |  

Contact

  |  

You are here:  >> Afstudeerondersteuning  >> Probleemstelling formuleren 


Het komen tot een probleemstelling voor een script

Studenten die beginnen aan een afstudeerproject vinden vaak het vinden van een opdrachtgever, een stageplaats, het allerbelangrijkste. En misschien ook wel het moeilijkste. Eenmaal een opdrachtgever en een onderzoeksopdracht gevonden, beginnen ze meteen met de uitvoering van het onderzoek. Vaak blijkt dan gaandeweg dat eigenlijk helemaal niet duidelijk is wat er nu precies onderzocht moet worden. Uiteindelijk zal zo’n onderzoek leiden tot een rapport waar de opdrachtgever weinig mee kan. Het rapport verdwijnt in de la.

Het moeilijkste van een onderzoek is daarom niet het vinden van een opdracht(gever), maar het formuleren van een relevante probleemstelling. Er is geen stelregel om een probleemstelling goed te formuleren. Een probleemstelling of centrale vraag opstellen vergt gewoon veel denk- en speurwerk. Het enige wat je daarom met zekerheid zou kunnen stellen is dat het doorgaans een paar weken vraagt. Wie in week 2 van het afstuderen roept: “ik heb de probleemstelling al klaar”, krijgt in het vervolg van het afstudeerproject vaak problemen met het goed structureren van zijn/haar onderzoek en scriptie.

Het formuleren van een probleemstelling begint bij het beschrijven van het probleem zoals de opdrachtgever het weergeeft. Hoe ziet en omschrijft de opdrachtgever het probleem?

Ieder onderwerp of probleem kun je vanuit legio verschillende disciplines of invalshoeken bekijken.

Stel dat we willen weten waarom het aantal abonnees van kranten terugloopt.
Een econoom zal de verklaring misschien zoeken in de economische recessie: mensen hebben minder te besteden en gooien (dure) abonnementen er uit in ruil voor de gratis kranten of nieuwspagina’s op internet. Of in het feit dat krantenuitgevers te veel uitgaan van het ‘me-too’principe: ze gaan allemaal over op een ander formaat of op het verlenen van nevendiensten (zoals boekenverkoop), en te weinig van niches in de markt.
Een socioloog zal de verklaring misschien zoeken in de individualisering van de maatschappij: mensen willen zelf bepalen wat het nieuws is en willen geen massaproduct als een krant.
Een communicatiewetenschapper zoekt de verklaring misschien in het informatiezoekgedrag van lezers: de krant voldoet niet (langer) aan de behoeften van lezers, omdat de krant te weinig ruimte laat voor eigen betekenisverlening door de gebruiker. Of in het feit dat door de opkomst van Internet we in een Global Village terecht zijn gekomen: de toegang tot wereldwijd nieuws is makkelijker geworden.

Deskundigen uit andere disciplines kunnen vast ook veel zinnigs zeggen over het probleem van de opdrachtgever. Maar wat is de specifieke waarde van het feit dat jij als specifiek deskundige naar het probleem kijkt (en ook: waarom heeft de opdrachtgever jou gevraagd)? Dat moet je zien duidelijk te krijgen.

Er zijn vaak heel veel verschillende focussen (invalshoeken) mogelijk. In je onderzoek (in je scriptie) behandel je een onderwerp (een vraag, een probleem, een issue) vanuit één zo’n invalshoek. Wélke invalshoek is onder andere afhankelijk van:
- hoe jij tegen het probleem aankijkt (met welke visie), en dat is weer afhankelijk van wat je geleerd hebt in de opleiding en van de literatuur die je gebruikt;
- de organisatie (en hoe zij tegen het probleem aankijkt en wat zij van jou verwacht);
- de urgentie van oplossing van het probleem.

Meestal is het zo dat de invalshoek zich gaandeweg aandient, eigenlijk als vanzelf doordat je langer in de organisatie rondloopt en je verdiept in het probleem door literatuur erover te lezen. Zolang zich geen specifieke focus opdringt, heeft het weinig zin er één met de haren bij te slepen. De invalshoek zal dan voor je onderzoek namelijk gaan werken als een keurslijf waaruit je het liefst zo snel mogelijk ontsnapt en die je dus zo snel mogelijk loslaat. Een invalshoek die zich als bijna vanzelfsprekend opdringt helpt jou (en de lezers) daarentegen bij het ontdekken en vasthouden van de rode draad van het onderzoek en dus de scriptie. Met de gekozen invalshoek is het makkelijker voor je:
- Om het onderwerp goed af te bakenen en lijn aan te brengen: zonder invalshoek gaat de scriptie alle kanten op en is ze een onsamenhangende opsomming van feiten, indrukken, gegevens e.d.;
- Bronnen op relevantie te selecteren: zonder invalshoek is het lastig te bepalen welk materiaal wel en welk materiaal niet verwerkt moet worden.

Meestal start je met literatuurverkenning om het 'probleem' helder te krijgen. Wat er is nu precies aan de hand en wat kan er aan gedaan worden. Wat je eigenlijk wilt weten is dan: wat zeggen auteurs die, vanuit verschillende invalshoeken, over dit probleem geschreven hebben over bijv. de ontstaansgeschiedenis van het probleem.


Marianne van den Bosch & Paula Zweekhorst, 2006

 

webdesign

  |  

Reactieformulier

  |  

Contact

  |